.
Geef kinderen ook een kans om te sporten: Steun Right to Play en sponsor een Col
Home
In het Nieuws
Nieuws
Nieuwsbrief
Team
Route
Training
Sponsoring
Sponsors
Sponsor een Col
Goede Doel
Gastenboek
Kontakt
 
Team Coast-2-Coast
Right To Play
Links









Epiloog Luc
Noordwijk aan Zee

“Een mooie herinnering.“

Ja, zo snel gaat het, zo was het een belevenis met alles erop en eraan, zo is het een herinnering. Maar wat voor herinnering. Als je nu de beelden van de Tour de France ziet, komen de beelden van de tocht toch weer op het netvlies. De belevenis is dus misschien meer dan een mooie herinnering, het heeft een blijvende indruk achtergelaten.

Vandaag, woensdag 12 juli 2006, werd de etappe verreden met een paar cols uit de Pyreneeën die ook in onze tocht hebben gezeten, de Osquiche, de Soudet en de Marie Blanque. Cols waar we hele mooie herinneringen aan bewaren, zeker aan de Osquiche. Herinneren jullie je nog de overnachting in het hotel met Baskische eigenaar? Onuitwisbaar zit dat in mijn geheugen, die gastvrijheid en die trots over het Baskenland, de gezelligheid die dat teweegbracht bij het 100 Cols team.

Wat herinner je dan nog meer als je terug denkt aan die vier weken in Frankrijk? Natuurlijk de geweldige prestatie van de coureurs, de emotionele avond van het vertrek van Wilco uit het onvergetelijke Aulus, de mooie momenten in de avonduren wanneer de stukjes geschreven werden en het gastenboek werd doorgenomen, de indrukwekkende natuur en de prachtige plekjes van Frankrijk waar we zijn geweest. De 100 Cols tocht gaat zeker niet door alleen maar toeristische gebieden, dat bleek wel uit de intermezzo verhalen als er weer eens naar een camping moest worden gezocht. Luxe lag niet voor het oprapen.

Ik heb ooit eerder een stukje geschreven over mijn indrukken tijdens een weekje optrekken met de Meet bij het rijden van de beroemde Marmotte. Ik schreef toen een stukje met de impressies van een “innocent bystander”. Destijds voelde het zo, nu voelde het anders. Voor mij waren Lars en ik één met het team. Ongemerkt heb je toch een deel van de tocht op je schouders gehad, soms door een klein gesprekje te hebben of aandacht te geven, maar in hoofdzaak door te zorgen voor een beetje huiselijke en gemoedelijke sfeer. Dat neemt niet weg dat een aantal opmerkingen die ik destijds heb geuit hier zeker herhaald kunnen worden, zoals “Bikkels”, “Helden”, “Malloten”, “Leuk in het leven staande jongelui”. De woordkeus is geheel willekeurig genomen, maar je kunt bij elk wel een korte verklaring geven.

•  Bikkels: Ze geven geen kik, pijntjes die er ongetwijfeld waren worden stil geaccepteerd en goed verzorgd.

•  Helden: Heroïsche beklimmingen en afdalingen gedurende 28 dagen volgens schema, zonder rustdagen, soms langdurig alleen moeten koersen en toch iedere dag monter aan de start.

•  Malloten: Alsof de tocht nog niet zwaar genoeg is wordt er toch nog iedere dag strijd geleverd en lukt dat niet met de teamgenoten dan dagen we toch gewoon een wildvreemde andere professional uit.

•  Leuk in het leven staande jongelui: Ondanks alle inspanningen, vermoeide spieren etc. toch zorgen middels een grote dosis humor voor een goede sfeer, iedere dag het thuisfront mee laten leven, zelfs al zijn de omstandigheden (weinig bereik of geen stroom) niet al te best

Al met al een combinatie van factoren die niet zouden misstaan bij menig ander jeugdig persoon in de huidige maatschappij. Alhoewel jeugdig, de grens van 35 is al door enkelen bereikt……

Mooie momenten waren er voor de coureurs genoeg. Ook ik heb dit soort momenten natuurlijk gehad. Die momenten hebben we als dynamisch duo steeds beschreven in de intermezzo's, maar waar ik niet over heb geschreven waren die momenten dat de jongens na een dag fietsen op de camping aankwamen. Natuurlijk schreven we over de stokbroden met worst, maar daar doel ik niet op. Nee, ik bedoel het moment dat ik in de camper bezig was dit klaar te maken en door het openstaande raam hoorde hoe de jongens met elkaar de dag bespraken. Geweldig gewoon. Uitspraken als: “Zorg dan dat je in mijn wiel zit” of “Ik ben blij dat ik vandaag niet in je buurt zat, anders had ik weer strijd moeten leveren.” en “Wat doen we verkeerd, we zitten elkaar kapot te maken en Tom merkt daar niets van.” Dit waren ook de momenten waarop ze spraken over andere fietsers die ze quasi achteloos inhaalden, al kostte het soms best wel eens moeite. “Vermoeidheid niet laten blijken hoor, rug recht en gewoon goedendag zeggen”, was een zin die veelvuldig voorkwam.

Waar we ook niet veel over hebben geschreven waren de momenten dat we de jongens zagen tijdens een bevoorrading of bij een beklimming. Die momenten waren soms indrukwekkend, de vermoeidheid, het zweet dat in stromen van de jongens afliep, het voorovergebogen zitten op een muurtje, op een bankje, het achterover kiepen van weer een liter water en soms emoties. Mooi en zeker als je de voorgeschiedenis ervan hebt gezien, de laatste meters van een beklimming naar 1900 meter of naar 2700 meter. Om zoals ze altijd zeggen te laten zien dat je goed bent, staand op de pedalen, nog even opschakelen en versnellen naar de top en enpassant nog een paar fietsers demoraliseren door ze nog voor de top in te pakken. De waarderende en bewonderende blikken van andere fietsfanaten en toeristen op de grote cols. Ja dat zagen wij, het dynamisch duo, terwijl de jongens zich, zoals ze zeggen, het snot voor de ogen reden en vermoeid op de top moesten recupereren. Met name het weer bijkomen zag je per dag sneller gaan. Mooie beelden zouden dat hebben gegeven als je dit had kunnen filmen. Denk maar aan de beelden van Studio Sport als de renners worden opgevangen voor de interviews direct na binnenkomst. Sportmannen stuk voor stuk, afzien en doorzetten zijn credo's van deze jongens. Dit was onvervalste topsport.

Jeroen, Sandor, Rene, Tom en Wilco noem ik in één adem. Het is ontegenzeggelijk voor alle vijf een geweldige prestatie. Ze zijn niet gelijk, ze hebben allen hun sterke kanten. Des te knapper is de prestatie, want het is zeker niet zo geweest dat ze met vijf renners gezamenlijk de etappes verreden, dus niet uit de wind zitten, niet verstoppen in een groot peloton of “linkeballen”, niet meeliften. Nee, ieder voor zich, de één in zijn eigen tempo, de ander strijd leverend en weer een ander gewoon zo snel mogelijk naar boven. En toch op enkele dagen na gelijktijdig binnenkomen, elkaar opwachten na de laatste klim of afdaling of in duo's aankomen.

Naast teamlid ben ik natuurlijk ook nog vader van één van de jongens. Als ik dan over momenten schrijf kan ik het toch even niet nalaten om stil te staan bij de prestatie van je zoon. Op zo een berg is het kippenvel en niet vanwege de frisse temperatuur, want geloof me het is niet niets als je hem in stijl, staand op die pedalen, en in een soort eindsprint de top ziet bereiken. Je ziet de momenten waarop hij het moeilijk heeft, de dagen dat hij last had van een onwillige spier in het bovenbeen. Je ziet hem afdalen, iets waar de afgelopen weken uitvoerig over is gesproken en geschreven. Je laat het niet merken, althans niet duidelijk. Je aandacht is er voor iedereen.

's Morgens voor het vertrek de foto en als ze langs je rijden even dat tikje op het achterwerk en 's middags bij de terugkeer de hand. Dit laatste is een moment waar eigenlijk niemand over heeft geschreven, maar bij terugkeer gaven alle team leden elkaar een hand, zo van “We hebben het weer geflikt” of “Het is goed dat we er weer allemaal zijn.” Voor mij persoonlijk was de handdruk die van blijdschap dat ze weer veilig terug waren.

Even terug naar mijn stukje proza over de Marmotte uit 2001: “Wat moet ik ervan zeggen. Ik ben op pad geweest en heb daar een stel malloten of eigenlijk met veel plezier in het leven staande jongelui (al begrijp ik dat het getal 30 bij sommigen al iets zegt) meegemaakt. Ik heb hele leuke dagen gehad en moet zeggen dat dit kameraden van elkaar zijn en die veel voor elkaar over hebben. Ik kan dus zeggen dat ik blij ben dat dergelijke vriendschappen nog bestaan.”

Een alinea die ik hier gewoon in kopieer, omdat het simpelweg omschrijft dat hetgeen ik in 2001 schreef dus gewoon waarheid is geweest. Nu in 2006 na vier weken, en geen paar dagen, wordt de vriendschap ondanks afzien, dipjes en wat al niet meer, gewoon bevestigd.

Tja, een mooie herinnering. Onze eigen ervaringen als dynamisch duo hebben we al uitvoerig beschreven. Daar ga ik nu niets over zeggen. Ik wil alleen nog even kwijt dat we blij zijn met al de reacties van de trouwe fans. Ik denk dat dit meeleven en het verwoorden daarvan in het gastenboek een belangrijke bijdrage is geweest om deze prestatie te volbrengen. Ik wil daarom iedereen via deze weg bedanken, ook voor de leuke opmerkingen over de werkzaamheden van het dynamisch duo. Het heeft ons allen goed gedaan en heeft zeker bijgedragen bij de strijd tegen de vermoeidheid gedurende deze vier weken.

De herinnering blijft………

Terug naar etappe verslagen >>  

Goede doel:


Sponsors:

Arval beheert als leasemaatschappij wagenparken van circa 20 tot 2.000 auto's of zelfs meer.